Een samenvatting door Dienie van Wijngaarden
bestuurslid en voorzitter opleidingscommissie NVvH
Voorwoord:
Tijdens de basisopleiding krijg ik vaker de vraag wat het verschil is tussen verschillende bekende interventies als schematherapie, meditatie, mindfulness en hypnose. Een lastige vraag, omdat veel interventies van elkaar leren en kopiëren en dan aanvullen met originele aspecten. Dus wat is nu zuiver wat? Interessanter is misschien de vraag: waar zitten de overeenkomsten en kunnen deze elkaar versterken als het gaat over effectiviteit van interventies? Dit onderzoek probeert daar een antwoord op te vinden. Het is een pilot studie gebaseerd op "de hypothese dat 2 interventies die bekend staan om de toename van vertraagde hersengolven, mogelijkerwijs de effectiviteit van een behandeling met hypnose verbetert, vanwege het bewezen feit dat een hypnotische reactie geassocieerd wordt met langzamere hersengolven".
Inhoud van de studie:
Tweeëndertig mensen met MS en chronische pijn, vermoeidheid, of beide, zijn willekeurig ingedeeld bij 1 van 2 interventies waarvan gedacht wordt dat deze hersengolven vertragen (mindfulness meditatie of neurofeedback training) of bij geen interventie, en vervolgens kregen zij 5 gestandaardiseerde sessies om zelf-hypnose in te trainen gericht op de huidige symptomen.
Inclusiecriteria waren:
- 18 jaar of ouder
- MS met last van vermoeidheid, pijn, of beide
- pijn en/of vermoeidheid 75% van de dagen van de afgelopen 3 maanden, bijna de hele dag of groot deel van de dag
- gemiddelde pijn-/ vermoeidheidsscore in de afgelopen week 3 of hoger op 10 puntsschaal
- ergste pijn-/ vermoeidheidsscore afgelopen week 5 of hoger op een 10 puntsschaal
Ook golden er een aantal exclusiecriteria. Uiteindelijk zijn 442 mensen benaderd, daarvan waren er 161 toelaatbaar tot het vooronderzoek, 44 toelaatbaar en daarvan hebben er 32 volledig meegewerkt.
Onderzoeksopzet:
De 5 hypnose sessies waren voor elke deelnemer hetzelfde. De eerste hypnose sessie volgde op ofwel 6 weken training in Mindfulness of neurofeedback, of 6 weken wachtkamer (geen training). De eerste sessie was een face-to-face sessie, waarbij deelnemers kennis maakten met hypnose en al hun vragen konden stellen. Daarna boden de hulpverleners een hypnose sessie aan middels een script (gestandaardiseerd), waarin een posthypnotische suggestie verwerkt zat voor het praktiseren van zelfhypnose. In deze sessie zaten suggesties voor egoversterking. De overige 4 sessies bestonden uit (onder begeleiding van een medewerker op bachelor (HBO) niveau) het afspelen van een audiotape van de inductie en de hypnotische suggesties door de originele hulpverlener uit de eerste sessie. De inductie was gebaseerd op lichamelijke ontspanning en voor de verdieping werd gebruik gemaakt van een lift-metafoor. In de 2e kwamen suggesties voor diepere ontspanning aan bod, terwijl in de 3e sessie het ervaren van meer energie en/of analgesie centraal stond. De vierde sessie stond in het teken van een progressie waarbij suggesties centraal stonden voor het ervaren van persoonlijke verbeteringen in de toekomst en in de laatste sessie verbetering van de slaap. In iedere sessie zat uiteraard een PHS verwerkt over het oefenen met zelfhypnose. Bij de groepen met de mindfulness of neurofeedback traning ging aan de 4 vervolg sessies 5 minuten introductie om te focussen vooraf.
Van alle sessies werd een opname gemaakt en deelnemers werden aangemoedigd ten minste 1x per dag naar een opname te luisteren.
Resultaten:
Alle groepen rapporteerden een afname van de intensiteit van de pijn. Daarbij rapporteerden de deelnemers uit de neurofeedback groep de grootste afname, gevolgd door de groep met de mindfulness training en tot slot de groep met alleen hypnose, waarbij de afname in de neurofeedback groep ook na een maand nog het meest significant is. Hetzelfde gold voor pijn interferentie, pijn acceptatie, slapen en depressie.
Tijdens het onderzoek nam ook de vermoeidheid af, maar deze afname hield geen stand bij de follow-up.
EEG resultaten maken duidelijk dat neurofeedback en mindfulness elk een eigen impact hebben op de hersengolven en dit vraagt om verder onderzoek.
Conclusie:
Het samen laten vallen van verschillende interventies als neurofeedback en hypnose of mindfulness en hypnose geeft een beter en langerdurend significant effect op de pijnbehandeling bij mensen met MS. Het is een pilot studie met een kleine groep, dus verder onderzoek is gewenst.
Persoonlijk nawoord:
Persoonlijk vind ik dit onderzoek heel interessant, omdat het ons helpt in de discussie over de verschillende interventies. Op mijn zoektocht naar 'blending' of versterking door eclectisch werken werd mijn aandacht dan ook meteen getrokken. Therapieland in deze dagen is m.i. erg versnipperd geraakt. De ene interventie lijkt zich meer te lenen voor wetenschappelijk onderzoek dan de andere, waardoor er soms een concurrentie lijkt te ontstaan tussen interventies en hypnose bijna als 'not done' wordt beschouwd in het reguliere circuit. Moeten we het dan maar anders noemen? Yapko (2015) maakt het niet zoveel uit, ik zou het persoonlijk jammer vinden als de term 'hypnose' en daarmee de grondige kennis en kunde van de 'echte' hypnose verdwijnt, omdat het volgens mij verbindt door de interventies en verschillende psychologische scholen heen.
Recente artikelen bieden inzicht in de mogelijkheden om ook hypnose te gebruiken in gestandaardiseerde onderzoeken. Maar de vraag blijft toch altijd: wat is nu wat? Is mindfulness hypnose? Is EMDR hypnose? En schematherapie dan, of focussen? De grote kunst is om goed te definiëren en te operationaliseren. In dit onderzoek wordt de EEG gebruikt om de overeenkomst aan te duiden tussen mindfulness, neurofeedback en hypnose, namelijk het vertragen van bepaalde hersengolven door een interventie. Zou het ook mogelijk zijn om een dergelijk onderzoek te doen met bijvoorbeeld EMDR? Mijn hypothese is dat als bepaalde elementen uit het EMDR-protocol worden versterkt met hypnotische technieken, de effectiviteit van de interventie verbetert. Gedurfd? Zeker! Want hoe operationaliseer je dat? Als opleidingscommissie hebben we onszelf de taak gegeven eens te onderzoeken waar de 'blending' tussen de verschillende 'scholen' en interventies verder vorm gegeven kan worden en dit artikel geeft ons een steuntje in de rug. Of dat uitmondt in een degelijk wetenschappelijk onderzoek is voor ons vooralsnog van ondergeschikt belang, maar wellicht in de toekomst een mogelijkheid.
Op dit moment werk ik mee aan een pilotstudie naar een (hypnotische)interventie voor milde depressie. Dit onderzoek wordt geïnitieerd vanuit SOMSP van onder andere Lucas Derks, een sociaal psycholoog met als specialisatie NLP en Sociaal Panorama. Hypnose? Ik denk het zeker! Blending? In dit geval van het 'alternatieve circuit' van NLP-coaches en hypnotherapeuten met het 'reguliere circuit' van (GZ-)psychologen en artsen. Interessant is het zeker, al is het alleen maar om mee te mogen kijken naar de kennis en kunde op het gebied van Ericksoniaans taalgebruik en daarop gebaseerde interventies die verankerd zijn in NLP. Wordt vervolgd, dat zeker!
Jensen, één van de auteurs van het bovenstaande onderzoek naar pijnreductie bij MS, is een gerenommeerd onderzoeker en schrijver op het gebied van hypnose bij chronische pijn. In dit onderzoek worden scripts gebruikt, die maar summier uitgelegd worden in het artikel. Mocht je als lezer meer willen weten over zijn scripts, dan is het boek 'Hypnosis for Chronic Pain Management, Therapist Guide' van zijn hand een prima begin. Daar is ook een cliënten werkboek van, beide boeken zijn geschreven in het Engels en naar mijn weten nog niet vertaald. Gewoon verkrijgbaar via www.bol.com, weliswaar met een lange levertijd.
De NVvH biedt in het najaar de specialistenopleiding Chronische Pijn aan, gegeven door Kees Venselaar. Dus volop mogelijkheden om je hypnotische skills een boost te geven.
Dienie van Wijngaarden
bestuurslid en voorzitter opleidingscommissie NVvH